18- tot 40-jarigen hebben weinig voeling met en vertrouwen in het pensioensysteem: Belgisch pensioen scoort slechts 5,4 op 10

In opdracht van PensioPlus, de koepel van pensioenfondsen, onderzocht Callebaut Collective in november-december 2020 hoe de jongere generatie Belgen naar het Belgisch pensioen in het algemeen en de persoonlijke pensioenopbouw in het bijzonder kijkt. Uit de resultaten van de perceptiestudie, waarbinnen zo’n 1800 respondenten tussen de 18 en 40 jaar werden bevraagd, blijkt dat er een sterk wantrouwen en ongerustheid ten opzichte van het pensioen leeft. Dit leidt tot een zekere pensioenonverschilligheid bij deze generatie, die het Belgische pensioensysteem slechts een 5,4 op 10 toekent.

Pensioenonverschilligheid als gevolg van ontoereikende informatie typeert de jonge generatie

In opdracht van PensioPlus, voerde Callebaut Collective in november en december 2020 een perceptiestudie uit bij zo’n 1766 respondenten tussen de 18 en 40 jaar. In samenwerking met verzekeringsfederatie Assuralia, lichtte PensioPlus de resultaten toe tijdens een persconferentie. Philip Neyt, voorzitter van PensioPlus, opende de persconferentie: “We moeten de jongeren een stem geven in het pensioendebat. Draagvlak is essentieel voor de verdere groei en veralgemening van de tweede pensioenpijler (= het aanvullend pensioen). Daarom is het belangrijk om bij deze jongste generatie te peilen naar hoe zij het pensioen percipiëren.”

Uit het onderzoek blijkt dat de deelnemers zich erg wantrouwig tot onverschillig ten opzichte van het pensioen opstellen. Ze kennen het pensioen een score van slechts 5,4 op 10 toe. Als voornaamste redenen voor deze magere score wordt aangegeven dat het pensioenbedrag te laag is (30%[1]), de pensioenleeftijd te hoog is (19%), het pensioen complex is (17%), er veel onzekerheid over het toekomstig pensioen is (16%) en het Belgische pensioenstelsel oneerlijk, onrechtvaardig is (14%). Bovendien geeft ongeveer 60% (bij de deelnemers met minder dan vijf jaar werkervaring zelfs bijna 65%) aan dat hij/zij niet bezig is met zijn of haar pensioen, dat een ver-van-hun-bed show is. “Deze gelatenheid leidt tot het fenomeen van “de 10-20 verloren jaren”: tijdens de eerste decennia van de loopbaan doet men amper aan persoonlijke pensioenopbouw. Pas naarmate men ouder wordt, voelt men zich sterker betrokken bij het pensioen”, aldus Hein Lannoy, CEO van Assuralia.

Een van de oorzaken van de onverschilligheid bij de jongere generatie ligt in het gebrek aan kennis en informatie. Deelnemers geven aan dat hun financiële kennis inzake pensioenplanning zeer beperkt is (gemiddelde score van 5,1 op 10) en vinden de informatie over het pensioen ontoereikend. Nochtans bestaan er digitale informatiebronnen rond pensioenopbouw, zoals MyPension. Dit blijkt een degelijk instrument en wordt positief beoordeeld (score van 7,1/10) door respondenten die er gebruik van maken maar is weinig gekend en wordt amper gebruikt binnen de generatie. Eén op vier van deelnemers met werkervaring geeft aan nog nooit van MyPension gehoord te hebben; slechts de helft van zij die het platform kennen, maakt er effectief gebruik van.

Gebrek aan vertrouwen in het pensioenstelsel leidt tot latente ongerustheid

Naast de gelatenheid heerst een opmerkelijke latente ongerustheid bij de jongere generatie over het pensioen. Men verwacht tijdens de pensionering geen comfortabel leven te leiden (50%), geld te moeten bijverdienen (69% ), zonder geld komen te zitten (62%) en men maakt zich kortweg zorgen over de financiële situatie na zijn of haar pensionering (60%). Deze ongerustheid wordt gevoed door een wantrouwen ten opzichte van het pensioenstelsel: 53% geeft aan er geen te vertrouwen in te hebben dat de overheid het pensioen zal kunnen blijven uitbetalen. Ongeveer eenzelfde percentage heeft evenmin vertrouwen dat het wettelijk pensioen zal volstaan om de gewenste levensstandaard te behouden. Opmerkelijk is dat vrouwen zich meer dan mannen zorgen maken en somberder naar het financiële aspect van het pensioen aankijken.

Philip Neyt, pikt in: “Het pensioen gaat over solidariteit en verantwoordelijkheid. De overheid en de pensioeninstellingen delen een gemeenschappelijk doel: het veiligstellen van een comfortabel pensioeninkomen. We moeten de krachten bundelen in het pensioendebat. Om zo samen volwaardige oplossingen aan te bieden en het vertrouwen in het pensioen te vergroten. Leesbaarheid, voorspelbaarheid en stabiliteit met respect van de verworven rechten spelen hier een essentiële rol in.”

Aanvullend pensioen minder gekend, rol weggelegd als investeringskapitaal

De respondenten zien de pensioenopbouw als een gedeelde verantwoordelijkheid. Ze achten zowel de overheid (86%), de werkgever (80%) als zichzelf (76%) verantwoordelijk voor de opbouw van en degelijk pensioen. Een significante groep (54%) is dan ook bereid om ​ bij loononderhandelingen een loonstijging af te staan voor een beter aanvullend pensioen.

Om sterker te kunnen inzetten op het aanvullend pensioen is het uiteraard noodzakelijk dat werknemers over de nodige kennis van de tweede pensioenpijler beschikken. Het onderzoek toont echter aan dat deze tweede pijler minder goed gekend blijkt te zijn dan de derde pijler: slechts 24% geeft aan de tweede pijler goed te kennen ten opzichte van 40% voor de derde pijler.

Nochtans waren er in 2020 bijna 4 miljoen werknemers en zelfstandigen aangesloten bij een aanvullend pensioenplan – weliswaar erg divers in relevantie per sector en per functie. Het gezamenlijke kapitaal van de aanvullende pensioenen bedraagt maar liefst 92 miljard euro en is zo erg relevant als investeringsvehikel voor verschillende maatschappelijke doeleinden.

Werk aan de winkel om vertrouwen op te krikken

Hein lannoy, CEO van Assuralia

“Het vertrouwen vergroten bij jongeren in hun pensioenen is van cruciaal maatschappelijk belang. Alle stakeholders hebben hierin een rol te vervullen, door informatie op een laagdrempelige wijze ter beschikking te stellen en de rol van de tweede pijler naar de voorgrond te brengen.”

Philip Neyt voegt toe: “De studie geeft aan dat jongeren het pensioen als een gedeelde verantwoordelijkheid zien waarbij zowel de overheid, de werkgever, als zichzelf verantwoordelijk geacht worden voor de opbouw van een degelijk pensioen. We kunnen dus stellen dat het draagvlak bij deze generatie absoluut aanwezig is. Als we erin slagen om jongeren aan de start van de carrière voldoende financiële kennis bij te brengen en het belang te doen inzien om vroeg pensioen op te bouwen, zorgen we ervoor dat men zonder financiële zorgen oud kan worden.”

Het volledige rapport :

Het pensioendilemma - De stem van een generatie.pdf

PDF - 1.6 Mb

 

 

 

1 Percentage betreft het aantal aangegeven argumenten t.o.v. de sample.

 

 

Barbara Van Speybroeck

Barbara Van Speybroeck

Communication Director

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.