Bredere hulp en opvang voor slachtoffers van aanslagen ligt binnen handbereik

De verzekeraars hebben goed geluisterd naar de slachtoffers en de slachtofferverenigingen. Daaruit is gebleken dat een uitbreiding van de huidige wet noodzakelijk is. Naar aanleiding van de Europese herdenkingsdag voor slachtoffers van terrorisme, beklemtonen ze in dat verband dat ze samen met de minister van Economie een wetsontwerp hebben klaargemaakt, dat weliswaar niet voorzag in een overheidsfonds, maar wel in een volledige vergoeding van de slachtoffers door de verzekeraars, een unieke medische expertise en één enkel aanspreekpunt voor de slachtoffers.

 

De verzekeraars hebben goed geluisterd naar de slachtoffers en de slachtofferverenigingen. Daaruit is gebleken dat een uitbreiding van de huidige wet noodzakelijk is. Naar aanleiding van de Europese herdenkingsdag voor slachtoffers van terrorisme, beklemtonen ze in dat verband dat ze samen met de minister van Economie een wetsontwerp hebben klaargemaakt, dat weliswaar niet voorzag in een overheidsfonds, maar wel in een volledige vergoeding van de slachtoffers door de verzekeraars, een unieke medische expertise en één enkel aanspreekpunt voor de slachtoffers. Dit is altijd de vraag en de verwachting van de slachtoffers geweest. Dit ontwerp was heel ambitieus. Het ging veel verder dan de bestaande regeling door te bepalen dat voortaan alle slachtoffers zouden vergoed worden, ongeacht of ze verzekerd zijn of niet, maar ook ongeacht de plaats waar de aanslag plaatsvindt (binnenland of buitenland, op straat, een marktplein, in een café, restaurant, theater, luchthaven, treinstation, privéwoning, enz.) en ongeacht de wapens of middelen gebruikt door de terroristen. Ondanks dit alles staan de slachtofferverenigingen tot op vandaag eerder afkerig ten aanzien van het voorstel en blijven zij pleiten voor een overheidsfonds. Wellicht nuttig dat ze het voorstel van de minister toch grondig zouden willen onderzoeken. Zoals pas aangehaald, bevat het belangrijke verbeteringen op het vlak van de vergoedingsregeling voor slachtoffers van terrorisme.

De aanslagen van Zaventem en Maalbeek in 2016 vielen echter onder de huidige terrorismewet waardoor de slachtoffers volledig schadeloos gesteld worden. Indien de aanslagen op een andere plaats waren gebeurd of indien de terroristen andere wapens dan bommen of granaten hadden gebruikt, zou er mogelijks geen verzekeringsdekking zijn geweest. Het uitstel van de nieuwe wet houdt bijgevolg een groot risico in indien er thans een aanslag zou plaatsvinden die buiten het toepassingsgebied van de huidige wet valt.

Nagenoeg drie jaar na de aanslagen op de luchthaven van Zaventem en in het metrostation van Maalbeek, hebben de Belgische verzekeraars op 31 december 2018, al 27,1 miljoen euro aan morele en lichamelijke schade uitbetaald aan de 1.337 slachtoffers. Veel slachtoffers hebben een provisionele vergoeding of voorschotten ontvangen. De uitbetaling van de definitieve schade aan de zwaargewonden kan immers pas vastgelegd worden zodra hun toestand definitief gestabiliseerd (geconsolideerd) is. 626 slachtoffers worden vergoed door o.m. de arbeidsongevallenverzekeraar. Het gaat in dat geval om rentes, die voor zwaargewonden levenslang kunnen zijn. Dit betekent dat de rente gedurende tientallen jaren uitbetaald zal worden, wat in sommige gevallen tot meer dan 40 jaar kan oplopen. De cijfers liggen volledig in lijn met deze van het Franse FGTI (Garantiefonds voor Slachtoffers van Terrorisme), dat veelal als voorbeeld wordt geciteerd. De stellingname van V-Europe in Humo dat de Belgische verzekeraars de slachtoffers met een ongelooflijke minachting zouden behandelen, is onrechtvaardig en valt dan ook te betreuren.

V-Europe verwijst ook naar de nieuwe slachtofferregeling (specifiek statuut terreurslachtoffers), die sinds kort in België in voege is, waarbij in een hogere schadevergoedingsuitkering vanwege de overheid is voorzien ten gunste van terreurslachtoffers tot maximaal 125.000 euro. De ervaring leert dat deze limiet voor de zwaargewonde slachtoffers soms ontoereikend is.

Waarom hebben nog niet alle slachtoffers een definitieve vergoeding ontvangen?

De vergoeding, die de slachtoffers in geval van blijvende arbeidsongeschiktheid of invaliditeit van de verzekeraar moeten ontvangen, is veelal een uitkering in de vorm van een levenslange rente. Zoals al gezegd, is het bovendien pas mogelijk de slachtoffers een definitief voorstel tot vergoeding voor te leggen wanneer hun gezondheidstoestand gestabiliseerd is, dit wil zeggen wanneer medisch verwacht wordt dat hun toestand niet meer zal evolueren (consolidatie). Intussen worden er wel voorschotten uitgekeerd.

 

Bezorgd om het leed van de slachtoffers, wijst Assuralia erop dat verzekeraars steeds bereid zijn voorschotten uit te keren. Er zijn echter slachtoffers die deze tot op heden nog niet aanvaardden, dikwijls op advies van naasten of van hun advocaat. Een voorschot is nochtans in niets bindend voor wat het definitieve schadebedrag zal zijn. Het slachtoffer loopt bijgevolg bij de aanvaarding ervan geen enkel risico of nadeel.

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.