Pensioensparen bij een verzekeraar: ruim 1,3 miljoen Belgen hebben het slim bekeken
5 december 2018
Pensioensparen blijft populair, bericht Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen, op basis van nieuwe statistieken voor het jaar 2017. Ongeveer 2,5 miljoen Belgen - ofwel twee derde van de werkende bevolking - doen aan pensioensparen. Iets meer dan de helft kiest voor een pensioenspaarverzekering met een vaste rente (”tak 21″).
Pensioensparen blijft populair, bericht Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen, op basis van nieuwe statistieken voor het jaar 2017. Ongeveer 2,5 miljoen Belgen - ofwel twee derde van de werkende bevolking - doen aan pensioensparen. Iets meer dan de helft kiest voor een pensioenspaarverzekering met een vaste rente (”tak 21″). Deze formule leverde over de laatste tien jaar een gemiddeld rendement op van 3,5 % zonder het risico dat de waarde van het opgebouwde tegoed erop achteruitgaat. Opgelet, in 2018 bedraagt het maximumbedrag dat je - vóór het einde van het jaar! - mag storten 1.230 euro.
De Belg is er zich van bewust dat het wettelijke pensioen niet zal volstaan om de levensstandaard op het einde van zijn loopbaan op peil te houden. Bovenop het wettelijk pensioen hebben steeds meer werknemers via hun werkgever een aanvullend pensioen, de zogenaamde tweede pijler. Via de derde pijler kan de Belg ten slotte zelf op een fiscaal voordelige manier een aanvullend pensioen opbouwen. Dat gebeurt via het pensioensparen en/of het langetermijnsparen.
De meeste pensioenspaarders met een pensioenspaarverzekering tref je aan in de leeftijdscategorie 45 tot 65 jaar. Dat is vrij logisch. Toch is bijna een vijfde van de pensioenspaarders jonger dan 35 jaar. Het loont immers om er vroeg aan te beginnen, als je wat centen kan opzijzetten.
Pensioenspaarverzekeringen behouden hun populariteit: meer dan 1,3 miljoen Belgen deed in 2017 aan pensioensparen bij een verzekeraar. De verzekeraars telden in 2017 minder stortingen in de groep 25- tot 45-jarigen, maar juist meer 55-plussers deden aan pensioensparen. In de pensioenspaarverzekeringen doen proportioneel ongeveer evenveel mannen als vrouwen aan pensioensparen. De gemiddelde storting is gestegen tot 745 euro, terwijl ongeveer de helft van de pensioenspaarders de maximaal aftrekbare premie storten. Die bedroeg 940 euro in 2017.
Maar opgelet! Sinds 2018 is dat maximumbedrag opgetrokken. Je hebt de keuze tussen twee regelingen:
maximaal 960 euro storten met een belastingvermindering die 30 % van het betaalde bedrag (dit is maximaal 288 euro) bedraagt ;maximaal 1.230 euro storten met een belastingvermindering die 25 % van het betaalde bedrag (dit is maximaal 307,5 euro) bedraagt.
Het aantal contracten voor langetermijnsparen ging er in 2017 met 5 % op achteruit, een daling die hoofdzakelijk toe te schrijven is aan de zuivere overlijdensverzekeringen waarbij vooral jongeren (- 35 jaar) afhaken. De gemiddelde storting in 2017 voor langetermijnspaarcontracten met pensioenopbouw ging er in 2017 wel met 2 % op vooruit tot 944 euro. Die gemiddelde premie stijgt ook met de leeftijd, wellicht ook omdat verzekerden vanaf een bepaald ogenblik af zijn van de aflossing van een hypothecaire lening en andere vaste kosten.
***
De financiële schommelingen hadden roet in het eten kunnen gooien, maar over de laatste tien jaar tekenden zowel pensioenspaarfondsen als pensioenspaarverzekeringen een gemiddeld jaarrendement van 3,5 % op. Let wel: enkel verzekeraars waarborgen met hun aanbod in “tak 21″ zowel inleg als rendement, met daarbovenop nog een mogelijke winstdeelname.