Vijf jaar na de aanslagen: wat de verzekeringen hebben gedaan en geleerd
Vijf jaar na de aanslagen van Maalbeek en Zaventem maakt Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen, een balans op van de tussenkomsten, de eigen initiatieven en de voorstellen van de verzekeraars.
12 maart 2021
TUSSENKOMSTEN
1.412 slachtoffers hebben zich naar aanleiding van die feiten aangemeld bij verzekeraars, uit hoofde van één of meer verzekeringen, voor schade die gaat van bagageschade tot zeer ernstige letsels en overlijdens. Per 31 december 2020 hebben de verzekeraars op grond van die verzekeringen ongeveer 50 miljoen uitgekeerd, terwijl nog zo’n 70 miljoen euro aan voorzieningen voor de slachtoffers zijn aangelegd. Dat dergelijk deel van de totale schadelast nog niet is uitgekeerd heeft drie redenen:
- 620 van de slachtoffers hadden recht op een vergoeding als slachtoffer van een arbeidsongeval. De wet inzake arbeidsongevallen schrijft voor dat de uitkeringen voor blijvende arbeidsongeschiktheid, en aan weduwen/weduwnaars en wezen, onder de vorm van een rente en dus niet van een eenmalig kapitaal betaald worden; dergelijke rentes kunnen over tientallen jaren lopen;
- de verwondingen van sommige zwaargewonde patiënten waren zo ernstig dat hun toestand vandaag nog niet stabiel genoeg is om de evaluatie van de letsels af te sluiten en tot een definitieve regeling te komen; dat belet niet dat de slachtoffers al ruime voorschotten zijn aangeboden, met name voor de morele schade;
- sommige slachtoffers weigeren een uitkering van de verzekeraar te aanvaarden en verkiezen dat een rechtbank zich over hun schade uitspreekt; het aanvaarden van een voorschot laat een slachtoffer echter alle vrijheid om hogere bedragen voor een rechtbank te claimen.
INITIATIEVEN
Net zoals de overheid na de aanslagen maatregelen heeft getroffen om de slachtoffers van aanslagen voortaan beter te helpen hebben ook de verzekeraars initiatieven genomen om hen beter op te vangen: zo hebben zij er zich toe verbonden om de morele schade, ook bij complexe letsels, uiterlijk één jaar na de aanslag te vergoeden. Om de medische onderzoeken vlotter te laten verlopen, is voortaan geregeld dat één verzekeraar de leiding van de medische expertise opneemt, zodat slachtoffers zich niet bij meerdere artsen moeten aanbieden die gebeurlijk door verschillende verzekeraars aangesteld waren. Daarnaast verschaft Assuralia informatie via een digitale wegwijzer die rekening houdt met de aard van de claim en de verschillende verzekeringswaarborgen, en werkte Assuralia mee aan het initiatief om ook slachtoffers van aanslagen in het buitenland gerichte informatie te verstrekken.
VOORSTELLEN
Op wetgevend vlak was het een goede zaak dat ons land er al van in 2007 voor zorgde dat aanslagen, ondanks hun onberekenbaarheid, niet uitgesloten zouden worden van een aantal courante verzekeringen, en dat verzekeraars elkaar konden ondersteunen in het opvangen van schade die wel eens uitermate hoog kan uitvallen, zodat terrorisme de kans niet krijgt om ook de verzekering te ontwrichten. Een stelsel waar de overheid trouwens aan bijdraagt wanneer de schade extreem hoog zou liggen.
Toch is het zo, dat de bescherming van de bevolking nog steeds te veel aan het toeval overlaat: bij een aanslag in de open ruimte of met andere middelen dan springstoffen zouden slachtoffers onvoldoende kunnen rekenen op vergoeding van de geleden schade. Bestaande wetten laten heel wat hiaten en weinig mensen zijn zelf verzekerd voor alle schade die een aanslag kan aanrichten. Juist daarom pleiten de verzekeraars ervoor om alle slachtoffers van aanslagen in België te vergoeden, verzekerd of niet, op grond van hun expertise in het vergoeden van duizenden slachtoffers van arbeids-, verkeers- en andere ongevallen op jaarbasis. Assuralia heeft zijn voorstellen met de bevoegde kabinetten gedeeld en kijkt uit naar nader overleg terzake.
De verzekeraars dringen ook aan op steun voor de opleiding tot medisch expert: een knelpuntberoep dat weinig gekend is onder studenten geneeskunde en zelfs onder artsen in het algemeen. Zelf voeren zij daartoe een campagne via de website www.dr-expecto.be.